Uitslag enquête: Financiën en gebrek aan duidelijkheid grootste obstakels onder Bredanaars om energiemaatregelen te treffen

In 2044 wil Breda CO2-neutraal zijn. Om dat te halen zal Breda vaart moeten maken, stelde de Rekenkamer eind december 2019 in zijn rapport over het Bredase klimaatbeleid. De ambitieuze plannen om koploper te zijn in klimaatbeleid zijn weliswaar mooi, maar blijken geen garantie te bieden voor de uitvoering. Voor de realisatie van de lange-termijn-doelen zal ‘meer van hetzelfde’ niet voldoende zijn, schrijft de Rekenkamer. Maar welke rol speelt de energietransitie eigenlijk in het dagelijkse leven van Bredanaars?  PakhuisB hield een enquête op BredaVandaag en ging op pad met een energie-quiz om de stemming onder de inwoners te peilen. 

Fifty-fifty, de mening over de urgentie van de energietransitie is precies verdeeld onder de tweehonderd respondenten. De ene helft van de deelnemers wacht de overheidsplannen af, heeft andere dingen aan zijn hoofd, of wil wel, zolang ze er maar niet voor hoeven te betalen. “De energietransitie is belangrijk, maar ik heb op dit moment niet de financiële mogelijkheden om hierin te investeren,” antwoordt een respondent. Een deelnemer aan de energie-quiz licht na afloop in het Marokkaans theehuis op het Mgr. Nolensplein toe: “Ze kunnen wel zeggen dat we binnen zoveel jaar van het gas af moeten. Als je een grote portemonnee hebt kan dat. Maar dat heb ik niet. En ik ben al op leeftijd, dus daar begin ik niet meer aan. Ik verkoop mijn huis wel en ga dan huren. Maar dan moeten er wel  huurwoningen zijn.”

Maar liefst 39 procent van de deelnemers heeft al energiemaatregelen in en om het huis getroffen, door zijn huis te isoleren, een warmtepomp of zonnepanelen te installeren, of van het gas af te gaan. Maar ook gaat een even groot deel dat nooit, of op zijn vroegst pas over drie jaar doen. De Rekenkamer becijferde dat in 2018 ongeveer negen procent van de Bredase inwoners zonnepanelen had. Eenderde van de Bredase inwoners zou belangstelling hebben voor het aanbrengen van zonnepanelen.

Drempels en obstakels

Financiën (80%), en duidelijkheid over de financiële voordelen (67%) spelen verreweg de grootste drempel om die energiemaatregelen te nemen. Maar ook een tekort aan kennis (63%) en duidelijkheid van de gemeente Breda (64%) spelen een rol. “Het is op dit moment helemaal niet duidelijk wat je als burger aan kosten moet gaan opbrengen voor de energietransitie,” reageert een respondent. “Ik kan van alles doen en ondertussen verbreedt de gemeente de zuidelijke rondweg in m’n achtertuin…motiveert niet echt,” schrijft een ander.

Ook de woningbouwverenigingen blijken een drempel te zijn, bleek zowel uit de enquête als uit de energie-quiz. “De energietransitie is super belangrijk en we doen wat we kunnen. Met (zeer) beperkte financiële middelen en een huurhuis woningbouw ben je echter wel erg beperkt,” vult een respondent zijn antwoord in de enquête aan. En een deelnemer aan de energie-quiz zegt: “Ik heb een oud huis, het is niet geïsoleerd. De lucht komt zo binnen. Dikke gordijnen helpen niet. Mijn kinderen klagen dat ze het koud hebben, dus zet ik de verwarming hoger. Ik heb wel vier keer gebeld met de woningbouw. Ze zeggen dat ze langskomen, maar ze komen nooit.”

Veel actiever dan met energiemaatregelen van onze huizen zijn we op de andere duurzame terreinen. 93 procent scheidt zijn afval, 72 procent let op zijn voeding door minder vlees te eten en lokaal in te kopen. 65 procent reist schoon, door elektrisch te rijden, de fiets te pakken, of met het OV te gaan, en 52% is bewust bezig bij het aanschaffen van kleding, door die tweedehands te kopen, of te laten repareren in plaats van iets nieuws te kopen. “Mijn belangrijkste duurzame principe is alleen te kopen wat nodig is, niet voor de heb of voor de leuk,” vat een respondent zijn keuzes samen.

Hoe zit dat eigenlijk met de CO2 uitstoot in Breda?
De meeste CO2-uitstoot in Breda is afkomstig van de sectoren gebouwde omgeving (woningen en dienstverleningsgebouwen, samen goed voor 50% van de uitstoot) en verkeer en vervoer (39% van de CO2-uitstoot. zie Figuur 2). De industrie is verantwoordelijk voor 6% en de landbouw/bosbouw voor 5% van de CO2-uitstoot. Bij de gebouwde omgeving is de laatste jaren een lichte daling van de CO2-uitstoot te zien. Bij verkeer en vervoer is echter geen daling van de uitstoot te zien, eerder een lichte stijging. Oorzaak is het toegenomen verkeer, waardoor ook de stikstofuitstoot toeneemt. (Bron: Rekenkamer)